vrijdag 26 mei 2023

Week 22-25, van Pamplona naar Sahagun (15d - 350 km, totaal 1.999 km)

 

Voorbereidingen

Het plan voor 2023 is om in de maand mei een afstand te lopen van 354 km in 15 wandeldagen. We hebben vanaf 1 mei tot en met 25 mei. Omdat we weer op tijd terug willen zijn voor de Wegener-bbq die gepland staat voor 27 mei, is er een beperking van het aantal dagen. Maar met deze planning kunnen we in 2024 Santiago bereiken.

Op 1 mei vertrekken we, de totale afstand naar onze eerste verblijfplaats is ruim 1.600 km, dus het gaat wel 3 reisdagen kosten. Op dag 1 vertrekken we wat vroeger dan normaal omdat we dan een flink eind willen komen, en de eindbestemming wordt  een klein plaatsje onder Orleans (820 km). De volgende dag gaan we nog 600 km verder en eindigen dan net voor de Spaanse grens. Dan blijft er nog 175 km over voor de laatste dag.

In Nederland had de auto-navigatie al kuren, door soms volstrekt onlogische afslagen voor te stellen, en in de buurt van San Sebastian komen we hopeloos vast te zitten op een smal weggetje, midden in een buitengebied van de stad. Na een moeilijke manoeuvre achteruit (gelukkig is er geen ander verkeer) besluiten we om alleen nog op de verkeersborden te rijden. Na wat omzwervingen komen we gelukkig op de doorgaande route naar Pamplona, en vandaar is het niet moeilijk meer. Bij controle blijkt de navigatie-voorkeur “vermijd tunnels” aan te staan. Dat verklaart een hoop.

We hebben voor deze camino-periode afgesproken dat Jan en Froukje met ons meelopen, zodat we deze periode met zijn vieren zijn. Een paar uur na onze aankomst op de camping net voorbij Estella komen ook zij aanrijden. Een gezellig weerzien.

 

Dag 1, donderdag 4 mei: van Pamplona naar Uterga (16,9 km)

We gaan met de auto naar Legarda (een klein plaatsje vlakbij de eindbestemming Uterga) en van daaruit met de bus naar Pamplona. De busrit eindigt, net als bij ons vertrek vorig jaar, in het ondergrondse busstation. Daarna lopen we 1,5 km naar het Camino-centrum Ultreia, midden in Pamplona. Jan en Froukje kopen daar een credenciel (camino-paspoort) zodat zij ook gebruik kunnen maken van de camino-onderkomens. Als we Pamplona bijna uit zijn verlies ik mijn evenwicht bij het afstappen van een stoepje omdat ik teveel "in gesprek" ben. Ik val languit op de straat. De schrik is groot vanwege de schaafwonden op knie, arm en schouder, maar vooral omdat ik met mijn hoofd hard op de grond ben geklapt. Mijn rechteroog is binnen de kortste keren helemaal paars, en neus en bovenlip zitten onder het bloed.

Na de verzorging door Ineke en enigszins bekomen van de schrik, is mijn conclusie dat ik wel gewoon door kan gaan met de wandeling van die dag. Ik loop een tijdje samen op met Ineke om weer een vaste tred te krijgen en om te kijken of de zwelling niet teveel het rechteroog dichtknijpt, maar het wandelen is goed te doen. Het is een mooie wandeling naar Uterga, met nog wel een zo’n 400 meter klimmen en met ca 28 graden is het dan behoorlijk warm. We gaan de pas Alto del Perdon over op 771 m waar een monument herinnert aan een groep slachtoffers van de Spaanse burgeroorlog.

beelden van pelgrims op de Alto de Perdon

 


Dag 2, vrijdag 5 mei: van Uterga naar Lorca (20,0 km)

Omdat de andere Jan een dagje nodig heeft om bij te komen kan hij ons met de auto naar het beginpunt brengen, en later weer ophalen in Lorca. We lopen door het mooie stadje Puente La Reina, dat zo is genoemd omdat in de 12 eeuw stadsrechten werden verleend aan het stadje bij een mooie brug (puente). Die brug was, volgens overlevering, op verzoek van een koningin (reina) gebouwd op een plek waar toen al een druk pelgrimsverkeer was. Op dit punt komt de route via de Pyreneeen ook bij de Camino Frances. We zien een aantal andere lopers van de eerste wandeldag terug. Ze komen uit Zuid Afrika en Australie en vragen hoe dat donkerpaarse oog zo gekomen is.

 

op weg naar Maneru
                                                                    

Dag 3, zaterdag 6 mei: van Lorca naar Azqueta (16,8 km)

Jan is inmiddels wat uitgerust en gaat weer mee. We zetten 1 auto in Azqueta, dat is iets voorbij Ayequi (vlakbij Estella), waar onze camping is. De camping is voor het weekend wat meer gevuld en op zaterdag wordt er door de campinggasten flink gebarbecued op de centrale BBQ-plaats. Het ziet er gezellig uit met lange tafels waaraan vriendengroepen of families zitten te praten en de kinderen tot ’s avonds heel laat nog met elkaar buiten spelen. Jan en Froukje krijgen hun vriend Pacho uit Zaragossa op bezoek. Hij voegt zich in Estella bij ons en loopt mee naar het eindpunt. We lopen langs de camping, maar vlak daarvoor worden we gewezen op de Bodega de Iratxe waar de camino-gangers zelf een wijntje kunnen tappen. Ik vul ook mijn waterfles, en lees pas later de Spaanse tekst op het bordje dat ernaast hangt “neem zoveel water als je wilt voor de dorst en een slok wijn voor de versterking”. Ik probeer later nog een paar flessen te kopen, ter compensatie, maar de winkel blijkt maar beperkt open te zijn. De getapte wijn smaakt er niet minder om!

Froukje kookt die dag en met Pacho is het gezellig en hoor je over het leven in het huidige Spanje. Hij slaapt in een op de camping gehuurde cabin. Hij vertrekt de volgende dag weer, maar zet ons nog wel af bij het begin van de volgende etappe.

 

de route is goed gemarkeerd

               

Dag 4, zondag 7 mei: van Azqueta naar Torres del Rio (22,2 km)

In het oorspronkelijke schema stond er een overnachting onderweg gepland, maar we hebben besloten om terug te gaan naar de camping zodat er wat meer flexibiliteit is in de te lopen afstand. We zetten 1 auto in Torres del Rio en rijden dan naar het vertrekpunt. Het is een mooie route, vooral dalend, evenwijdig aan de A12 zonder dat je daar veel last van hebt. Overal langs de weg zijn er veel veldbloemen zoals klaprozen (Amapolla) , korenbloemen en paarse distels, en we komen door mooie plaatsjes als Los Arcos en Sansol. In het wijngebied Rioja staan natuurlijk veel wijngaarden, afgewisseld met graan- en koolzaadvelden.

 

in de grafkerk in Torres del Rio

 Dag 5, maandag 8 mei: van Torres del Rio naar Logrono (20,5 km)

In Logrono zetten we 1 auto in een parkeergarage en rijden naar het beginpunt. Logrono is een behoorlijke stad met 150.000 inwoners. We kijken op ons vertrekpunt eerst rond in de Iglesia del Santo Sepulcro, een grafkerk uit de 12e eeuw die wordt toegeschreven aan de orde van de Tempeliers. Het is een mooie kerk, met Moorse invloeden, qua bouwstijl. Een deel van de route lopen we op met een Nieuw Zeelandse en een Canadese. De laatste heeft toch vooral hotels geboekt, met het oog op privacy en comfort. Het laatste deel van de route bestaat voornamelijk uit het binnenlopen van de stad, en is dus minder sfeervol.

 

Dag 6, 7 en 8: van Logrono naar Ventosa (20,8km), naar Ciruena (25,4 km) en Belorada (29,3 km)

De vorige dag hebben zijn we verkast naar de stadscamping in het park bij Burgos. De camping loopt elke avond vol met campers en caravans, vooral Nederlanders. Een deel van de camping is gereserveerd voor een ANWB-kampeerreis. Jan en Froukje kiezen voor een cabin, omdat we toch ook 2 dagen onderweg slapen. Op deze camping blijven we 10 dagen.

Het eerste traject is dus 3 dagen, met slapen in camino-hostels. Dit betekent een extra zware rugzak met spullen voor onderweg, bovendien loopt de lengte van de etappes op. We gaan om  7:15 met de auto naar Belorado en nemen daar de bus van 8:15 naar Logrono waar we om 9:30 aankomen. We nemen eerst een koffie in een mooie koffietent. De temperatuur is inmiddels gedaald tot een maximum op de dag van 17 graden, maar de komende dagen gaat dat nog verder omlaag. Bij vertrek ’s morgens vroeg is het vaak ca. 5 graden. De eerste nacht slapen we in Ventosa en de gastvrouw vraagt of ik gevallen ben. Er blijkt iets eerder een Francaise aangekomen te zijn met 2 blauwe ogen, zij is ook gevallen. Even later ontmoeten we elkaar en lachen om de toevallige omstandigheid. 

aankomst in Ventosa


We eten een menu pelegrino bij het restaurantje. Voor 12,50 krijg je dan een menu dat vooral goed vult, met een kwart liter wijn per persoon en een ijsje toe. De salade smaakt goed. We delen de kamer met een Duitse mevrouw die vertelt dat ze de dag erop gaat overnachten op de zolder van de kerk in Santo Domingo de la Calzade, en daar ook de mis zal bijwonen. In deze kerk worden witte kippen gehouden die herinneren aan een legende uit de 12e eeuw. Een Duitse  jonge pelgrim was toen ter dood veroordeeld, maar stond nog levend op de schouders van Santo Domingo toen zijn ouders naar hem op zoek waren. Toen ze dit meldden aan de rechter zei deze dat de jongeman net zo dood was als de kippetjes op zijn bord. Hij was nog niet uitgesproken of de kippen kwamen luid kraaiend overeind.

De volgende dag overnachten we in Ciruena. Het is een gewoon woonhuis dat is omgebouwd tot Hostel. In Ciruena is sprake van een complete nieuwbouwwijk waarvan de overgrote deel van de huizen niet wordt bewoond. Kennelijk een foutje in de planning van de gemeente, het is een soort spookstadje. Bij binnenkomst moeten we als eerste de menukeuze voor ‘s avonds doorgeven en de ontvangst door madam is niet bijzonder hartelijk. Maar ’s avonds bij het uitserveren van de maaltijd is ze meer in haar element en valt ze nog wel een beetje mee. We hebben een kamer voor 4 personen die we konden boeken via booking.com. Later horen we dat het voor de camino-gangers bijzonder moeilijk is om voor ’s avonds een bed te reserveren. In St. Jean Pied de Port was gezegd dat het aanbod aan wandelaars wel 2 keer zo hoog ligt als vorig jaar.

Het eten is aan een grote tafel en dat is wel weer gezellig, al ben je afhankelijk van wie er naast je zit. We leggen met de ons omringende gasten 5 euro bij elkaar en kopen een fles wijn. Voor 10 uur naar bed want morgen om 6 uur gaat de wekker, en om 8 uur moet je het hostel verlaten hebben.

klaprozen in de graanvelden


Dag 3 is de tot dan toe langste etappe van ruim 29 km. We komen langs de beroemde kerk in St Domingo de la Calzada maar die is pas open vanaf 10 uur, we kunnen het kippenstalletje dus niet met eigen ogen zien. In Granon praten we nog even met een Nederlandse jongedame, die is vertrokken in Le Puy in Frankrijk. Ze is al meer dan 4 weken onderweg en gaat helemaal door naar Santiago. Ze vertelt dat ze in de zorg werkt, maar twijfel had of ze dat moest blijven doen. Toen haar baas dat in gaten had was zijn vraag wat ze nodig had om tot een goede beslissing te komen. Ook een verlof van 3 maanden was geen probleem, dus dat gaf haar nu de mogelijkheid om de camino te lopen. Brood voor de dag kopen we bij bakker Jesus in een piepklein winkeltje waar een oude baas ons helpt in de winkel. Hij is trots op het brood dat hij verkoopt. Om een uur of 5 zijn we in Belorado, daarna is het nog 50 min. in de auto naar Burgos. Onderweg kunnen we gelukkig nog de boodschappen doen voor het avondeten en zetten we snel de pannen op het kooktoestel.

 
We houden de volgende dag een snipperdag om een beetje bij te komen van deze 3-daagse. In de middag bezoeken we de Kathedraal in Burgos.  Voor een tientje entree (5 euro met je pelgrimspaspoort, maar dan moet je die wel bij je hebben) krijg je toegang tot een bijzondere kathedraal, qua architectuur maar ook qua de te bezichtigen kerkschatten. We genieten even na op een terrasje met uitzicht op de kathedraal.

rijk versierd altaar in de Kathedraal

               

Dag 9,  zaterdag 13 mei: van Belorado naar San Juan de Ortega (24,6 km)

We zetten 1 auto in San Juan de Ortega en rijden door naar het vertrekpunt. Het is weer tamelijk koud en onderweg moet enkele keren de regenjas en -broek aan. Na de lunch in Villafranca_Montes de Oca is er een 12 km lange wandeling door het bos met behoorlijke stijgingen. Een welkome afwisseling na het vele open landschap van de eerste dagen. San Juan de Ortega is een prachtig dorpje, genoemd naar de geestelijke met dezelfde naam (rond het jaar 1.100), die geldt als grote promotor van de Sint-Jacobsroute, naast Santo Domingo. San Juan ligt in de kerk begraven.

 

bij aankomst in San Juan de Ortega

                

Dag 10, zondag 14 mei: van S.J. de Ortega naar Burgos (27,7 km)

Jan en Froukje nemen een extra snipperdag, ook om een beetje op te laden voor de volgende 3-daagse met een openingsetappe van 31,6 km. Andere Jan brengt ons naar het beginpunt en dat is natuurlijk een luxe taxiservice. Het lijkt deze dag ook wat regenachtig te worden, maar uiteindelijk valt dat erg mee. De route gaat langzaam naar Burgos, we hebben al gekozen voor een alternatief traject dat het industriegebied een beetje mijdt. Gelukkig worden we door een jonge Oostenrijker en Oekrainse medewandelaar geattendeerd op het beginpunt van dit alternatieve stuk. We lopen om het vliegveld van Burgos heen en vervolgens door het park waarin ook onze camping ligt. We eindigen bij de kathedraal van Burgos en halen daar een stempel. We laten Jan weten dat hij ons kan ophalen in de parkeergarage waar we de vorige dag de auto neer hebben gezet.

 

Dag 11,12,13:  van Burgos naar Hontanas (31,6 km), naar Boadillo del Camino (28,7 km) en Carrion de los Condes (26,3 km)

De overnachtingen zijn al op de snipperdag geboekt, dus 4 dagen eerder. De beheerder van het tweede adres vond het maar niks dat we zo vroeg wilden reserveren, maar na enig aandringen bevestigde hij dat we een bed zouden hebben. Het woord “reserveren” wilde hij niet noemen, dat hoorde volgens hem niet bij het echte camino-gevoel..


Nadat we Burgos uit zijn lopen we de Meseta op, de hoogvlakte tussen Burgos en Leon. Het zijn nu nog vooral graanvelden, met af en toe wat wisselgewassen vol met mooie bloemen. De Meseta wordt gevreesd vanwege het klimaat, koud en winderig in de winter en snikheet in de zomer. Er is geen enkele bescherming tegen de zon. Het is er ook bijzonder leeg met een langgerekt heuvellandschap, maar door het bijzondere karakter heel erg mooi om door te lopen. 

even een pauze in de berm

       


Het aantal plaatsjes is erg beperkt, maar zo af en toe, nadat je de kam van een heuvel hebt bereikt, stuit je op een dorp dat in het volgende dal ligt. De wandeling is gelukkig niet erg moeilijk en na 9 uur lopen komen we aan in Hontanas. De knollen zijn dan wel op bij iedereen. 

onze Refugio voor die dag


Het is wel een hele mooie binnenkomst in een oud dorp dat er nog tamelijk authentiek uitziet. 

Hontanas

            

Het is dan inmiddels 5 uur en de dame van het Hostal laat ons schrikken door te beginnen met te zeggen dat we voor 4 uur binnen hadden moeten zijn. Gelukkig vraagt ze al snel om de paspoorten en schrijft ze ons in. Na de douche nemen we een biertje  en al snel kunnen we aanschuiven in de eetzaal waar in een hoog tempo de maaltijd wordt geserveerd. Er is nog wel een keuze in alle gangen van het menu en het is knap hoe “geolied” alles verloopt.

Met de bedden is het iets minder gesteld. Bij 1 stapelbed ontbreekt het trapje om naar het bovenste bed te klimmen. Uiteindelijk is er nog een hele lege kamer met 8 stapelbedden naast die van ons en daar gaan Jan en Froukje slapen. Maar om ’s nachts naar de wc te gaan moet je eerst naar buiten om naar de wc een verdieping lager te gaan. Ook dat lukt wel weer.

De 2e dag is het ook een lange etappe en het is nog fris met behoorlijk veel wind. Gelukkig is de wind vooral in de rug. We zijn om 4 uur in Boadillo del Camino en zoeken de Albergue op. Ook daar gaat het zeer gesmeerd. Een tamelijk groot hotel heeft grote ruimtes ingericht met bedden voor camino-gangers en er wordt eten geserveerd aan zo’n 100 gasten. Ook nu weer een keuze in de menu’s en een wijntje erbij. Op de grote slaapzaal met zo’n 25 bedden is het stil tegen 10 uur. De volgende ochtend slapen we door tot ca 6:30u!

altijd wel een ooievaarsnest op de kerktoren
                

De 3e dag is weliswaar de kortste van de driedaagse, maar toch ook nog 26 km. Het is iets minder koud. We kunnen in Fromista boodschappen doen voor de lunch, stokbroden een pakje Serrano-ham en wat plakjes kaas. En bananen en appels natuurlijk. Hoe lekker kan dat zijn in een greppeltje aan de rand van het veld. We eindigen in Carrion de los Condes. We moeten nog wachten op de bus (tot 17:40) en na enig navragen blijkt die te stoppen vlak voor het terras van Bar Espana. Bij navraag aan de dame achter de bar vraagt deze of we al buskaartjes hebben, en dat zij die voor ons kan boeken. We toepen nog een potje omdat we toch op de bus moeten wachten. Om 19:00 uur komen we aan in Burgos en lopen weer naar onze vaste plek in de parkeergarage. Het wordt weer een latertje met het avondeten.

De volgende dag verkassen wij naar Carrion de los Condes en Jan en Froukje gaan weer naar hun huis in Frankrijk. Het was heel bijzonder en bijzonder gezellig om deze editie voor het grootste deel samen op te trekken. In Carrion nemen we op zaterdag nog een extra snipperdag omdat we voor de terugreis na onze laatste etappe afhankelijk zijn van de bus en die gaat alleen op doordeweekse dagen. 

 

Dag 14 en 15, zondag 21 en maandag 22 mei: van Carrion de Los Condes naar Ledigos (23,3 km), naar Sahagun (16,4 km)

We kunnen vertrekken vanaf de camping. De route is weer tamelijk vlak, door de graanvelden. Voor een traject van ca. 12 km gaat deze over een romeinse heerweg (dus kaarsrecht) waarover in de oudheid al gewonnen goud werd vervoerd naar Bordeaux. De middagtemperatuur loopt alweer op tot ca 18 graden en het is het grootste deel van de dag zonnig. Voor de overnachting in Ledigos is een tweepersoonsbed geboekt in een kamer met 5 slaapplaatsen. Het blijkt een prachtige locatie te zijn met gedekte bedden, flesjes water, handdoeken, douchegel en shampoo. Het avondmenu is met 14,50 (zonder wijn) ook iets duurder, maar bijzonder goed voor elkaar. We eten gezellig met een aardige Amerikaanse en een Fransman die graag wat beter Engels had gesproken. De Amerikaanse vertelt dat ze elk jaar een maand vakantie neemt om in Europa te kunnen reizen. Ze heeft de camino al eerder gelopen. Ze is een zelfstandig architect maar Amerikaanse werknemers hebben meestal maar 2 weken vrij en worden geacht dan toch ook nog beschikbaar te zijn voor hun werk.

 

vergezichten op de Meseta tussen Burgos en Leon
                

De volgende dag lopen we gedeeltelijk langs de weg, maar deze is gelukkig niet erg druk. Aan het begin van de middag komen we aan in Sahagun. In Carrion hebben we op zaterdag bij dezelfde bar nog weer kaartjes gekocht bij de bar, en de man achter de tap had uitgelegd dat we bij het treinstation op de bus moesten stappen. Het was niet moeilijk om het treinstation te vinden, maar we moesten nog wachten tot 16:45 voordat de bus zou vertrekken. Een potje dubbelpatience in het bushokje hielp om de tijd te verdrijven.

aankomst in Sahagun

                

Al met al was het weer een hele mooie camino-periode. De uiteindelijke totaalafstand is 350 km geworden. Het was vooral droog (maar wel af en toe koud) weer. Bij ons vertrek naar huis vanaf de camping vertelde een Nederlandse caminofietser dat hij vooral veel regen had gehad onderweg door Frankrijk, en veel kou in de Pyreneeën, met onderkoelingsverschijnselen. Dat doet ons beseffen dat het ook heel anders kan. 


zondag 29 mei 2022

Week 18-21 Naar Pamplona (15d - 267km, totaal 1.649km)


De voorbereidingen

Zoals gebruikelijk is vooraf de etappe-indeling al gemaakt, inclusief het uitzoeken van de campings en de bus- of treinverbindingen. Uiteindelijk verandert er altijd wel iets, afhankelijk van de omstandigheden, maar het raamwerk is klaar. Voor ons is het wel bijzonder dat we nu de grens met Spanje gaan oversteken. De ca 1.600 km van België en Frankrijk zitten er dan op.

Op maandag 2 mei vertrekken we voor de 3-daagse autorit. Een luisterboek voor onderweg is een mooie afleiding. Deze keer is de keus gevallen op Het Mysterie van de Verdwenen Meesters, van Baantjer. Je moet je aandacht tenslotte ook bij de weg kunnen houden! Maar dat is dan ook geen probleem.

De reis gaat vlot. Onze eerste onderweg-camping uitkomen is Mery-sur-Seine, waar we al een aantal keren hebben gestaan. In het smalle toevoerstraatje staat een mevrouw met opgeheven vinger haar hoofd te schudden. We zijn ons van geen kwaad bewust en rijden door om er vervolgens achter te komen dat de camping permanent gesloten is. Onze volgende mogelijkheid is in Troyes, maar ook deze blijkt opgeheven! Dan maar een derde camping op internet gezocht, en deze toch maar even gebeld voor de zekerheid. We moeten 35 km terug, maar daar is een prima camping. De tweede dag rijden we door tot Saintes, net boven Bordeaux. De derde dag zijn we begin van de middag in Saint Justin. Daar blijkt dat de camping weliswaar open is maar de douches gesloten tot 1 juni. Wat doe je dan? We zijn uiteindelijk maar doorgereden naar de camping die we als tweede verblijfplaats in gedachten hadden, in Saint Sever. Dat heeft wel tot gevolg dat de aanrijtijden voor de eerste 4 etappes met ca 50 km worden verlengd, maar het betekent ook dat we een keer minder hoeven te verkassen.

 



Dag 1, donderdag 5 mei, van Captieux naar Gare de Poteau (10 km)

We beginnen rustig aan. Het station van Poteau is er nog maar de spoorlijn is al enkele tientallen jaren geleden opgeheven. Met Europese subsidie is de spoorlijn omgebouwd tot een wandel- en fiets-pad. We zetten de auto bij het oude stationsgebouw en fietsen naar Captieux (12 km). We drinken een kopje koffie op hetzelfde terras als waar we september vorig jaar zijn geëindigd. De couverts staan al weer klaar voor de mensen die daar tussen de middag komen eten. Het is een rustige en vlakke wandeling over de oude spoorbaan, en met een zonnetje en begin 20 graden is het prima te doen.

 





kerk in Bourriot Bergonce



Dag 2, vrijdag 6 mei, van Gare de Poteau naar Bourriot Bergonce (11 km)

We zetten onze auto op een rustig plekje in de dorpskern van Bourriot, vlakbij de kerk, en fietsen naar Gare de Poteau (10 km). Ook deze dag loopt voor een deel over de oude spoorbaan. Er wordt geoefend op het militair schietterrein vlakbij en we spreken enkele collega-wandelaars. Terug in Gare de Poteau staat een Duitse man (met camper) op zijn vrouw te wachten. Zij loopt de camino, hij begeleidt haar en zorgt voor onderdak. Opnieuw is het een makkelijke en mooie dag.

 

Dag 3 en 4, van Bourriot naar Gailleres (24,8 km) en verder naar Mont de Marsan (16,2 km)

De inloopdagen zijn voorbij. Op de rug hebben we nu ook de spullen voor de overnachting. We gaan met de auto naar Bourriot Bergonce, nadat we eerst de fietsen hebben afgezet in Saint Justin. In Bourriot staat een Nederlandse motor geparkeerd, goed op slot en zo te zien met een alarminstallatie beveiligd. Later komen deze wandelaars ook op onze camping. Aan- en afvoer gaan bij hen met motor en camper, ze gaan sneller dan wij. Voor ons is de 25 km naar Gailleres nog grotendeels vlak en opnieuw voor een deel over de spoorbaan. In Gailleres hebben we gereserveerd bij Christelle en Jerome. Aan de telefoon had Christelle gemeld dat de slaapkamer al was geboekt, maar dat ze nog wel plek had in een caravan die in de tuin stond. Ze benadrukte dat de caravan “en bon etat” was maar vroeg ook of we niet al te lang waren. De caravan was namelijk niet al te groot. Ze ontvangt ons allerhartelijkst met een biertje en een praatje, samen met Nederlander David en de Belgische Charlotte. Deze laatste twee delen de slaapkamer maar zijn geen setje, zoals David het uitdrukt. De familiedouche kan worden gebruikt, het avondeten is op het terras, samen met gastvrouw en gastheer. Dat is heel gezellig. Jerome vertelt dat hij in 2018 kampioen van Frankrijk was in de categorie handboogschieten 3D. Je schiet dan niet op een schijf maar op objecten (bijv. een  hert, een wolf of zoals in zijn finale-wedstrijd, op een olifant) terwijl je een parcours moet afleggen binnen een bepaalde tijd. Je hebt geen kijker op je boog en moet zelf afstanden schatten. Wat hem betreft het echte werk.

De volgende dag lopen we door naar Mont de Marsan, het is dan 8 mei, de dag van de overwinning voor Frankrijk, een nationale feestdag. In het dorp Bougue staan de festiviteiten voor die dag al aangekondigd. We kunnen er broodjes kopen voor onderweg. De route is opnieuw vlak en voor een deel over de spoorbaan.  Zo langzamerhand begint dat wel een beetje saai te worden. Het weer is mooi. In Mont de Marsan pakken we de bus van 14:20 naar St. Justin. Daarvandaan gaan we op de fiets naar Bourriot Bergonce (18 km).

 


Dag 5, maandag 9 mei, Van Mont de Marsan naar Saint Sever (20,0 km)

Inmiddels zijn de lange aanrijtijden achter de rug. We vertrekken van onze verblijfplaats Saint Sever om 8:15 met de bus naar Mont de Marsan. Het is altijd hoopgevend dat er kort voor de aankomst van de bus locals komen aanlopen die ook met de bus moeten. Je weet dan meteen aan welke kant van de weg je moet gaan staan. De route begint wat meer open te worden, en het traject wat meer geaccidenteerd.

 

Dag 6, dinsdag 10 mei, van Saint Sever naar Hagetmau (16,0 km)

We zetten de auto in het stadje en lopen over een mooie route naar Hagetmau. De bus vertrekt daar om 13:15 (de volgende is pas om 18:15) dus zijn we vroeg op pad. En het blijft maar mooi weer.

 

Dag 7 en 8 van Hagetmau naar Orthez (26,7 km) en dan naar Sauveterre de Bearn (22,8 km)

Na een snipperdag waarin we ook de overnachtingen voor het deel in de Pyreneeën regelen lijkt dag 7 de zwaarste dag te worden. We zetten de fietsen in Sault de Navailles, vanwege de beperkte ov-verbindingen en fietsen naar Hagetmau (20 km). Het landschap is inmiddels heuvelachtig geworden dus is het flink trappen. Om 10:45 kunnen we dan beginnen aan de wandeling naar Orthez waar we een overnachting hebben geboekt in het Hotel de Labat. Rond half zes komen we daar aan en ploffen even op het bed om bij te komen. Hotel Labat is de voormalige Clinique Labat. Men heeft eenvoudige hotelkamers, maar ook slaapzalen voor camino-gangers. Wij konden gelukkig nog een 2-persoons kamer boeken. De inrichting van de kliniek is intact gebleven, inclusief de grote deuren voor verrijdbare bedden, en de aansluitingen voor zuurstof etc. Er is een keukentje met koelkast en een kooktoestel, wij gaan in het stadje een pizza eten. De Carrefour-Contact zit op 100 m zodat de boodschappen voor het ontbijt en de lunch makkelijk gedaan kunnen worden.

De volgende ochtend vertrekken we om 8:15 naar Sauveterre de Bearn omdat daar de bus van 15:48 gehaald moet worden. Het traject is ook duidelijk meer heuvelachtig (totale stijging 540 m.) zodat we onder het gemiddelde aantal km’s dat we per uur halen uitkomen (normaal gemiddeld 4,0 incl. pauzes). In de ochtend is het nog tamelijk bewolkt, net als de dag ervoor, maar in de middag breekt de zon door. De aankomst in Sauveterre is heel mooi, met het oude vestingstadje op een hoge heuvel, de kerk en middeleeuwse toren als blikvangers. De bus brengt ons naar Orthez, daar gaan we naar de Carrefour-Contact voor een maaltijdsalade want de bus naar Sault de Navailles vertrekt pas om 18:10. Om 19:30 zijn we op de camping, maar alle voorbereidingen voor ons vertrek naar Saint Jean Pied de Port, de volgende ochtend, stellen we uit tot de volgende dag.

 

Sauveterre de Bearn

Dag 9, maandag 16 mei, van Sauveterre naar Saint Palais (14,2 km)

Inmiddels zijn we verhuisd naar een camping iets buiten Saint Jean Pied de Port. Het is een camping met zwembad, de zondag wordt door ons nog als snipperdag gebruikt. Een extra dagje vrij is prima. We verkennen de verbindingen in Saint Jean (waar zijn de bushaltes etc.) zodat we niets aan het toeval hoeven over te laten.

We gaan met de auto naar Saint Palais, vandaar met de bus van 12:45 naar Sauveterre. We horen van medepassagiers dat vanaf vandaag geen mondkapjes meer nodig zijn in het openbaar vervoer. Onderweg tijdens een pauze maken we een praatje met een soort van koster van de kerk. Hij heeft de camino ook gelopen en is dus wel geïnteresseerd. Als wij vertellen hoe wij e.e.a. organiseren is zijn reactie “ah oui, aucun son style”. Het is een mooie wandeling, maar het begint tegen de 30 graden te worden, en dat is wel erg warm.

 

Dag 10, van Saint Palais naar Larceveau (16,1 km)

Inmiddels is de Franse pelgrimsroute uit Tours erbij gekomen en op dit traject komt daar ook nog eens de route uit Le Puy bij. Daarmee zitten de 3 hoofdroutes uit Frankrijk nu bij elkaar en gaan gezamelijk verder. Er is nog een route die door de Pyreneën gaat maar die komt er pas in Spanje bij. Je merkt het aan het aantal wandelaars onderweg, met name op de geijkte rustplekken. Dit traject is ook weer tamelijk geaccidenteerd (+ 580 m). Ostabat is een duidelijke pleisterplaats met veel voorzieningen maar wij lopen nog ca. 3 km verder naar Larceveau. Daar is een bushalte die mooi aan de route ligt.

 

pleisterplaats met water-tappunt

Dag 11, woensdag 18 mei, van Larceveau naar Saint Jean Pied de Port (18,9 km)

We gaan op de fiets naar Saint Jean, en dan om 8:47 met de bus. Om ons heen meerdere wandelaars die aankomen of met een busje opgehaald worden. Opnieuw een warme dag, nu tot 32 graden. Aan het eind van de etappe lopen we door de bekende Porte Saint Jacques, het punt waar de pelgrims Saint Jean binnenkomen. Kort daarna is er het Camino Informatie-centrum waar het een drukte van belang is. Vooral met starters die hier hun camino-paspoort halen. Achter tafels zitten 5 vrijwilligers die alles afhandelen en informatie geven over het traject door de Pyreneën. We zij mooi op tijd thuis en duiken nog even het zwembad in. Aan het begin van de avond is er een flinke onweersbui.




 

Op donderdag verkassen we naar een camping vlakbij Pamplona. Het is een rit met veel (haarspeld)bochten en behoorlijk wat stijgen. Gelukkig is het niet ver en kunnen we om 14:00 uur de boel al weer opbouwen. We beginnen met een snipperdag en gaan dan ook Pamplona wat verkennen. We hebben voor de volgende dag de bus terug naar St. Jean Pied de Port geboekt en lopen even naar het busstation. Het is niet helemaal duidelijk waar onze bus zal gaan stoppen maar gelukkig zien we nog net op tijd een bordje bij een trap naar beneden. Het vertrekpunt van de bussen is op een ondergronds parkeerdek. Daar zijn 20 vertrekpunten voor allerlei buslijnen. We zijn blij dat we nog net op tijd in de gaten hebben hoe e.e.a. hier werkt.

 

Dag 12,13,14,15 te beginnen op zaterdag 21mei, van St Jean Pied de Port naar een berghut op 8 km, daarna naar Roncesvalles (18 km), dan Zubiri (22 km) en vervolgens naar Pamplona (21 km)

Zoals gezegd zijn de busrit en de overnachtingen geboekt. Op zaterdagmorgen fietsen we naar Pamplona en stappen om 12:00 op de bus. De bus zit helemaal vol en het is dezelfde bochtige weg terug naar St, Jean. De chauffeur deelt vantevoren  kotszakjes uit maar die zijn gelukkig niet nodig. Ik verdenk hem ervan de boel wat op stang te willen jagen. Als we om 13:45 uitstappen in Saint Jean is het daar 33 graden. Als je dan net uit een geclimatiseerde bus komt  voelt dat niet bepaald prettig. We vertrekken al gauw naar Auberge Orrison. Het is een mooie wandeling maar met ca. 700m stijgen (en 33 graden) zijn we vooral blij dat we ervoor gekozen hebben om een korte eerste etappe te doen. Het regime in zo’n berghut is dan wel weer grappig. Kort douchen (vanwege weinig water), het avondeten gezamenlijk om 19:30 en het ontbijt de volgende ochtend om 7:00 uur. We slapen in stapelbedden met 9 personen op de kamer. Het avondeten is prima en aan de lange tafels wordt er door de ca. 40 gasten luidruchtig met elkaar gesproken. We maken kennis met een Duitse man (Bernd) en zijn vrouw of vriendin en de Nederlandse Dimphy. We zullen hen de volgende dagen nog vaak tegenkomen. Slapen op zo’n slaapzaal valt niet mee, vooral vanwege een altijd aanwezige snurker.



De volgende ochtend vertrekken we om 8:00 voor een prachtige wandeling door de Pyreneën. Het landschap is schitterend, door de boeren wordt een aantal koeien naar een ander weidegedeelte gebracht. We zien veel roofvogels. Ook vandaag is het weer ca. 750m stijgen, maar gelukkig blijft de temperatuur beneden de 30 graden. We horen van Bernd dat iemand uit de groep van de berghut is afgevoerd met een ziekenauto (“die war ganz umgeknackt”). Begin van de middag komen we aan in Roncesvalles. Daar is er een moderne Refugio ondergebracht in een oud klooster.  Hiervan is de omvang echter van een andere orde dan de berghut. Deze Refugio telt 250 bedden en die zijn allemaal bezet. Je ligt daar op een slaapzaal met 38 bedden, onderverdeeld in een soort van hokjes met daarin telkens 2 stapelbedden. Het geluid ‘s nachts is ook van een andere orde. Bij de 38 slapers zit er natuurlijk een flink aantal snurkers. Het regime is er streng: controle op het uitdoen en apart zetten van de wandelschoenen, licht gaat uit om 22:00 uur en weer aan om 6:00 uur Maar het is er allemaal prima geregeld.



Het eten is uitbesteed aan de lokale horeca bestaande uit 3 restaurants en voor 11,= euro krijg je een simpele maaltijd. Vanwege de hoeveelheid mensen gaat dat in ploegen, om 19:00 uur en 20:30. We maken kennis met John uit Minnesota en een Japanse jongeman, beiden zijn rond de 30 en hebben hun baan opgezegd om zich te beraden op hun toekomst. Het is bijzonder gezellig aan tafel maar na een uur en 10 minuten wordt iedereen aangespoord om plaats te maken voor de volgende groep.

De collega camino-gangers bestaan vooral uit Fransen en Spanjaarden. Van de overige landen lijken de Amerikanen het best vertegenwoordigd maar er zijn ook veel Nederlanders, Duitsers, Belgen, Engelsen. In ons geval is er ook een groep van 4 enthousiaste Noorse dames die we overal tegenkomen.

Op dag 3 lopen we naar Zubiri. Het is gelukkig niet meer zo warm. Even lijkt het erop dat we toch nog regen gaan meemaken, maar het is alleen wat laaghangende nevel. Het duurt niet lang of deze is weggewaaid. In Zubiri hebben we een eigen kamer kunnen boeken in Albergue Suseia. Daar is plaats voor 12 personen. We worden allerhartelijkst ontvangen door Sara. Zij kookt ook voor de gasten en vanaf 19:30 kunnen we aan een grote tafel. Het eten is bijzonder lekker en het is ook weer gezellig. John is er ook, we praten met Pernille (uit Denemarken, die in september start met een kunstopleiding in Kopenhagen) en Sam uit de VS die net klaar is met haar studie. Sam hadden we al onderweg al een paar keer gezien en die had het bijzonder zwaar. Er was ook sprake van een zeer lange afdaling over een bijzonder moeilijk pad. Voor Sam was het bijzonder sneu omdat ze met een vriend(in) zou gaan lopen, maar een paar dagen voor hun vertrek bleek deze Corona te hebben. Gelukkig kwam over een aantal weken haar vader over die een weekje met haar zou meelopen.



Om 8:00 uur vertrekken we naar Pamplona nadat we bij de lokale slager (tevens restaurant en verkoop van een beperkt aantal levensmiddelen) onze lunch hebben gekocht. Het is inmiddels een stuk kouder geworden (ca 14 graden) maar dat is prima. Onderweg zien we Marjolein (ook al een paar keer eerder gezien en gesproken) opeens stil staan en nogal ontdaan om zich heen kijken. Ze is in Januari in Nederland vertrokken. We vragen wat er is. Ze blijkt haar telefoon kwijt te zijn en vermoedt dat ze die bij haar vorige stop heeft laten liggen. Voor iemand die in haar eentje de camino loopt is het kwijt raken van je telefoon natuurlijk een ramp Ze vraagt of ze met onze telefoon naar haar eigen telefoon mag bellen. Er wordt opgenomen en ze kan zowaar in het Nederlands overleggen over hoe het nu verder moet. Gaande het gesprek komen de emoties bovendrijven en barst ze in tranen uit. Gelukkig was de telefoon door iemand gevonden die kon zien dat het waarschijnlijk om een Nederlander ging. Hij vroeg dus om zich heen wie er Nederlands sprak, en dat was Dimphy (hoe toevallig). Zo heeft iedereen zijn eigen diepte- en hoogtepunten. Ons “dieptepunt” was dat Ineke per ongeluk haar bril in de caravan had gelaten op onze 4-daagse. Ze draagt lenzen, maar een bril is voor haar belangrijk voor ’s nachts en als backup. Als je op een vreemd adres in het halfdonker naar de wc moet dan is het wel fijn als je nog wat kunt zien. Gelukkig was het allemaal goed te doen, behalve toen ze in de hokjes met stapelbedden een gangetje te vroeg in een bed wilde ploffen. Daar lag al een  Spanjaard die gelukkig op tijd “no, no” zei. Dat was dan wel weer hilarisch.

Begin van de middag komen we aan in Pamplona. Onze fietsen staan nog netjes geparkeerd naast het busstation. We zij klaar voor dit jaar, we hebben Pamplona gehaald !

op de Puente Magdalena, waar je Pamplona binnenkomt
bij de Porte Frances


De volgende dag gaan we nog even kort naar Pamplona om nog wat na te genieten en wat cultuur op te doen. We komen daar Bernd en zijn vrouw weer tegen die besloten hebben om een extra dagje in Pamplona te blijven om een beetje bij te kunnen komen van de wandel-inspanningen. We lunchen met tapas op een terras op het grote plein. Als laatste lopen we nog even het straatje af waar met Sant Fermin de stieren worden losgelaten.

een vrolijke noot op het stieren-straatje


Al met al was het een mooie wandel-periode met een grote overgang van het stille Frankrijk naar de drukte op het Spaanse deel. Leuk dat we in Spanje zijn!

Voor de terugweg hebben we een luisterboek van Arthur Japin gekocht. Kijken of dat meer kan boeien.

dinsdag 21 september 2021

Week 15/16 van Neuvic naar Captieux (8d - 158 km, totaal 1.382 km)

 Na het indelen van alle etappes (thuis in Apeldoorn - voorpret) zijn we dan eindelijk weer begonnen aan de camino. In de reis naar het beginpunt paste goed een bezoek aan vrienden die een huisje hebben in de buurt van Autun, dus dat hebben we net achter de rug. Het kost een dag om van Autun naar Sainte Foy La Grande te rijden. We zitten daar op een mooie camping, en kijken uit op de Dordogne. We beginnen maar met een snipperdag om de overgang naar een ander ritme te markeren. Sainte Foy is een oud stadje, en sommige gebouwen hebben wel wat onderhoud nodig, maar dat zie je veel in Frankrijk. 


Dag 1-3: van Neuvic naar Mussidan (14 km), dan naar Fraisse (16 km) en daarna naar St. Foy (17 km)

Op dag 1 zetten we de auto neer in Mussidan, en gaan we met de fiets verder naar Neuvic-Gare, naar het gehucht Puy-de-Pont. Daar zijn we vorig jaar gestopt. De vuilnis-containers zijn gemoderniseerd, zodat ze nu deels ondergronds zijn. We zetten onze fietsen bij het bushokje. Het is een zonnige dag, met ca. 25 graden, en een mooie wandeling.



de route staat goed aangegeven



aankomst in Mussidan



Op de 2e dag zetten we de auto neer in Fraisse en gaan over de D20 met de fiets naar Mussidan.  Het is ruim 20 km fietsen over de de D20, met soms behoorlijk klimmen. Even bijkomen dus en daarna vertrekken we. Het gaat over een afwisselende route: over wijngaarden, langs bloeiende heide en door boerenland. Een collega-pelgrim (een Taiwanese uit Parijs) ligt te slapen, maar wordt wakker als we langskomen. Ze is al bijna een maand onderweg, maar stopt over 3 dagen.  Met een andere wandelaar maken we ook een praatje, hij loopt tot St. Jean Pied de Port. We proberen hem uit te leggen hoe wij het organiseren (fiets, caravan etc.), hij vindt het allemaal prima.

Op de 3e dag fietsen we vanaf de camping in Sainte Foy naar Fraisse. Als we bijna in Fraisse zijn komen we de Fransman van gisteren tegen. Hij kijkt verbouwereerd op, als we hem groeten. maar we vragen ons af wat hij ervan denkt als hij ons nu weer op de fiets ziet, in de tegengestelde richting rijdend. Het is opnieuw een mooie dag. Na de wandeling, in Sainte Foy la Grande aangekomen, zien we in de kerk dat het dit jaar Sint Jacobus-jaar is. Dat is elk jaar als de 25e juli op een zondag valt (circa 13 keer per eeuw). Er wordt een kleine tentoonstelling aan geweid, waarin is opgenomen het Jacobus-altaar dat in de kerk staat. Volgens de overlevering liggen de beenderen van de discipel Jacobus begraven in Santiago, of liever gezegd: er is een kathedraal over zijn graf gebouwd. Sindsdien is Santiago het grootste bedevaartsoord van Europa.

Het was gisteren al warm, maar met 32 graden is het deze dag nog warmer. Gelukkig is er ook wat bewolking, maar daardoor is het een klamme warmte.


aankomst in Sainte Foy La Grande



Daarna verkassen we met de caravan naar La Reole, de camping le Rouerge ligt pal aan de Garonne, vlakbij de oude brug uit 1934. Het is een hele mooie brug, maar hij is "suspendue". Je kunt er alleen als wandelaar of fietser nog overheen.

moeten we daar over ?





brug uit 1934 over de Garonne


Dag 4 en 5: van Sainte Foy naar Pellegrue (22 km), daarna naar La Reole (28 km)

We gaan met de trein weer terug naar Sainte Foy, om daar onze route te vervolgen. Omdat de verbindingen beperkt zijn, gaat deze treinreis over Bordeaux (bijna 2 uur, overstappen in Bordeaux). We stappen om 8:04 op de trein net tegenover de camping, aan de andere kant van de rivier. Het is een pittige wandeling, met veel stijgen en dalen. Opnieuw lopen we door de wijngaarden. Er is regen voorspeld voor de 2e helft van de dag, maar pas als we in Pellegrue aankomen vallen de eerste druppels.  We hebben in Pellegue gereserveerd bij de gemeentelijke refuge. De secretaire-ambtenaar van de gemeente begeleidt ons naar de refuge, aan de overkant van het pleintje, en geeft ons de code van de toegangsdeur. In onze gids staat vermeld dat je nog zou kunnen eten bij Chez Mireille, maar als we haar vragen geeft ze aan dat dit niet meer mogelijk is. Haar cafeetje staat ook te koop, en zo te zien is ze aan haar pensioen toe. Gelukkig is er een Intermarche-Contact op 300 meter, dus daar kopen we een maaltijdsalade, een sapje, een biertje, ontbijt en broodjes voor onderweg. 's Avonds in de Refuge zijn we samen met Nederlander Bas (onderweg vanaf half augustus met Santiago als einddoel) en Francaise Anna, die op zich wel vriendelijk is, maar ook heel erg moe. Met Bas zitten we 's avonds gezellig na te praten over de wederzijdse belevenissen.

aankomst in Pellegrue



In de Refuge staan 3 stapelbedden, Bas slaapt in het gedeelte waar ook de gezamenlijke tafel staat, en waar de badkamer op uitkomt, dus die wordt het meest gestoord. Anna slaapt in het andere stapelbed op onze kamer, en al met al blijkt de volgende ochtend dat iedereen een slechte nachtrust heeft gehad.

's Morgens om 9 uur is iedereen weer op pad, maar komen we elkaar nog een enkele keer tegen. Bas vertelt dat hij zijn pet is kwijt geraakt en nog geen goede heeft kunnen vinden. Ik stel hem voor de volgende dag bij ons langs te komen, dan kan hij mijn andere pet krijgen. Dit was weliswaar een cadeautje van Ineke, maar de camino lopen zonder bescherming tegen de zon gun je niemand.

De route van Pellegrue naar La Reole is wel de zwaarste etappe van dit jaar. Hij stond gepland op iets meer dan 25 km, maar zo hier en daar is het traject aangepast zodat het uiteindelijk ruim 28 km wordt. De knie van Ineke speelt nog regelmatig op, maar ze houdt zich goed aan de oefeningen en is wel in staat om alle dagen de eindstreep te halen.

even pauze






aankomst in La Reole



De volgende dag hebben we een snipperdag. Bas komt inderdaad langs aan het einde van de ochtend. Hij heeft niet veel tijd, want iemand heeft hem verkeerde route-instructies gegeven, en er was onduidelijkheid over de brug. Hij is blij met de pet. In de middag doen we boodschappen, halen nog een stempel in La Reole en komen bij van de inspanningen van gisteren.


Dag 6-8: Van La Reole naar Le Rivet (21 km), naar Bazas (22 km), daarna naar Captieux (18 km)

Op dag 6 vertrekken we vanaf de camping. We hebben de vorige dag de overnachtingen geregeld, maar op de bestemming van de eerste dag (Auros) was niets beschikbaar, of nam men de telefoon niet op. Het Chateau, met een slaapzaal voor 14 personen zat helemaal vol vanwege "une marriage". We hebben een alternatieve route via Le Rivet, waar de Abdij Sainte Marie du Rivet nog wel een kamer over heeft.  De regenverwachtingen voor die dag komen uit, we lopen de hele middag in de regen, zodat we uiteindelijk lopen te soppen in onze schoenen. Omdat het houden van pauzes niet erg aanlokkelijk is komen we vroeg aan en kunnen we nog meedoen met een laatste rondleiding. Het is ook in Frankrijk op de 3e zaterdag van september open monumentendag. De kamer is prima, gelukkig is er veel wc-papier zodat we onze schoenen zo goed mogelijk kunnen drogen. Het verblijf is inclusief maaltijd en ontbijt en we mogen ook wat brood meenemen voor onderweg. Betalen is niet nodig, maar je wordt we uitgenodigd om een bijdrage in de kosten te doen van 30 euro p.p.


's Avonds eten is dan wel weer bijzonder in het gastenverblijf, waar die avond ook een andere groep aan tafel zit. Volgens ons de "Amis" van de Abdij die op deze monumentendag hebben meegeholpen. Het eten is eenvoudig, maar prima. De volgende ochtend snijden we wat extra brood af en vinden we nog het restant van de notenkaas die bij het avondeten hoorde. In Auros kunnen we er nog een broodje bij kopen.


Op dag 7 lopen we naar Bazas. Het weer is wat opgeknapt. Het blijft in ieder geval droog. De temperatuur is nu gezakt tot rond de 20 graden, maar dat is prima om te wandelen. Onderweg worden we gewaarschuwd voor de duivenjacht die op een bepaald traject plaatsvindt. Bij de ingang moet je kenbaar maken dat je het gebied ingaat. Een wandelaar voor ons fluit, en aangezien Ineke goed op haar vingers kan fluiten doet ze dat ook maar. Later legt de wandelaar ons uit dat duiven schieten (palombiere) heel populair is. We zien ook een aantal installaties hangen waarmee een lokduif hoog in de bomen gehangen kan worden. De lokduif fladdert dan ook nog wat met zijn veren zodat andere duiven erop af komen. Ieder land heeft zijn bijzondere gewoontes.

Sifflez = fluiten, voordat je verder loopt

 

In Bazas hebben we gereserveerd op de slaapzaal van Chateau St. Vincent. We zijn redelijk op tijd maar op ons aanbellen wordt er niet open gedaan. We lopen om het Chateau heen en zien de deur naar het pelgrimsverblijf open staan, dus installeren we ons maar. Er staan 12 bedden, we kiezen een rustig hoekje uit. Ik ga naar de Carrefour Express om eten te halen voor 's avonds en de volgende dag. De restaurantjes op het plein voor de Kathedraal zijn alleen overdag open. Bij navraag aan de mevrouw van het Chateau blijken er nog 2 gasten te zijn in de slaapzaal. s' Avonds tegen 7 uur komt er inderdaad nog een echtpaar aan, waarvan de man naar Santiago fietst (vanuit Bourges), terwijl zijn vrouw met een busje hem begeleidt. Zij boekt de overnachtingen, doet de boodschappen etc. en wacht hem op bij de eindbestemming van de dag. Hij verwacht nog 12 dagen nodig te hebben om in Santiago aan te komen. Omdat zij helemaal aan het andere kant van de zaal liggen hebben we weinig "last" van elkaar. Alleen staan wij ruim een uur eerder op (om 6:30) , dus doen we dat maar zo stil mogelijk.

genoeg bedden op de slaapzaal



We ontbijten in het Chateau met de heer en mevrouw in een mooie eetkamer, waar voor alle gasten de tafel is gedekt.


Chateau St. Vincent



Om 7:35 lopen we Bazas in voor onze laatste etappe naar Captieux. Daarvandaan kunnen we met bus (lijn 512) en trein terug naar La Reole. Er gaat een bus om 17:33, maar ook een om 13:33. Door vroeg te vertrekken kunnen we inderdaad de bus van half twee halen. De route van vandaag is wel heel erg rechttoe - rechtaan, namelijk over een oude spoorlijn waar nu een fietspad is aangelegd. Een beetje saai, maar het loopt wel lekker door. Het blijft ook vandaag droog. Om 15:50 stappen we uit de trein.

Op de camping is de plantsoenendienst van de gemeente begonnen met het snoeien van de bomen. Men had ons graag verplaatst, maar ja we waren niet thuis. Na overleg met de campingbaas kunnen we gewoon blijven staan, en snoeien ze "onze" bomen wel nadat we zijn vertrokken.

snoeien van "onze" bomen wordt een dagje later




Op dinsdag hebben we nog een vrije dag en op woensdag en donderdag gaan we weer naar huis (ruim 1300 km). Al met al een mooie afsluiting van de zomer van 2021 ! 

dinsdag 1 september 2020

Week 12/13 Van Limoges naar Neuvic/Puy de Pont (9 d. - 154 km, totaal 1.224 km)

 

De geplande 2 weken eind april/begin mei gaan niet door vanwege Corona. Dat is natuurlijk jammer, maar klein leed in vergelijking met hoe anderen geraakt worden.

Nadat zowel in Nederland als in Frankrijk de beperkingen weer wat teruggebracht worden, komt de camino weer in beeld, maar we besluiten om niet direct per 1 juli naar Frankrijk af te reizen. Het plan is om dat op 13 augustus te doen.

We krijgen een uitnodiging om vanaf 10/8 aan te schuiven op het vakantie-adres van onze zoon en schoondochter, met hun 3 kinderen. Dat is natuurlijk heel erg leuk. Op zondag de 9e vertrekken we naar de Bourgogne. We overnachten in Montigny-le-Roi, waar we 20 jaar eerder auto-pech hebben gehad en waarvandaan we uiteindelijk na 2 extra overnachtingen met de trein naar Nederland zijn gereisd. De auto en aanhanger met tenten, fietsen en bagage kwamen een week later.

Terug naar nu, naar de camino, op 14/8 vertrekken we vanuit de Bourgogne naar Aixe-sur-Vienne, net onder Limoges.


Dag 1, van Limoges naar Aixe-sur-Vienne (13 km)

We kunnen vanaf de camping te voet naar het station. De dag ervoor zijn de treinkaartjes al online gekocht en aan de SNCF-app toegevoegd. De mondkapjes gaan mee, want dat is ook in Frankrijk verplicht in het openbaar vervoer.





Het is leuk om weer in Limoges te zijn, bij het mooie station Saint Benedictins. We lopen naar de kathedraal. De sfeer in Frankrijk is niet veel anders dan in Nederland, wat corona betreft. Het is een ongemakkelijk gezicht met mondkapjes in winkels, en soms op straat. Het is in de stad tamelijk rustig, maar ook hier zie je hoe er verschillend wordt omgegaan met de regels. Sommigen die de regels aan hun laars lappen, anderen die erg voorzichtig zijn.  Onze  Britse overbuurman op de camping klaagt over het gebrek aan discipline bij de Fransen. Hij gaat de dag erop zijn vrouw afhalen van het vliegveld, maar zij is verpleegster en er is net een verscherping van het corona-beleid afgekondigd in het VK. Iedereen die terugkeert uit Frankrijk (of Nederland) moet 14 dagen in quarantaine.

We lopen langzaam Limoges uit, en afgezien van het historische centrum, is het gewoon een grote stad. Het duurt lang voordat je de laatste huizen achter je laat. Het is warm, tot 28 graden, maar de wandeling is beperkt, en vaak in de schaduw.

 

Dag 2, van Aixe-sur-Vienne naar Les Cars (19 km)

Op deze zondag brengen we eerst de auto naar Les Cars (parkeren bij de kerk) en gaan dan op de fiets (15 km) terug naar de camping, waarvandaan we deze etappe kunnen vertrekken. Het is gelukkig minder warm. Het is een mooie wandeling, grotendeels over weggetjes, door het glooiende boeren-land. Om een uur of 5 komen we aan bij de auto.

 


Dag 3, van Les Cars naar Firbeix  (17 km)

Ook nu maken we gebruik van de fiets. In een eerdere planning waren ook overnachtingen-onderweg ingepland, maar vanwege Corona vermijden we die dit jaar. We brengen de auto naar Firbeix, het einde van de etappe, en fietsen (15 km) naar Les Cars.

Het is deze dag bewolkt, en we lopen zo’n 40 minuten in de regen. Het grijze weer maakt de hele wandeling wat minder mooi, maar dat hoort er ook bij.

De volgende dag verkassen we naar een nieuwe camping in St. Jory de Chalais. Deze camping is van Engelse eigenaren, en Russ vertelt dat een paar dagen daarvoor de camping nagenoeg is leeggestroomd, nadat in Engeland een quarantaine-verplichting is afgekondigd voor reizigers die uit Frankrijk terugkomen. Het is een mooie camping, en wij kunnen kiezen uit de mooiste plekken, langs de rand. We hebben het zwembad voor onszelf. Ook hier mondkapjesplicht in het sanitairgebouw.

 




Dag 4 Van Firbeix naar kruising met D98 (13 km)

Onze oorspronkelijke etappe van 28 km hebben we maar in twee-en geknipt omdat de combinatie met een uur fietsen er wel in hakt. En fietsen in deze omgeving is inderdaad heuvel-op, heuvel-af.

We zetten de auto neer waar de camino de D-98 kruist en fietsen naar Firbeix. Na een kopje koffie in het weg-cafe, vertrekken we om 11 uur. Het wordt die dag 30 graden, dus zijn we blij met de beperkte lengte, en de schaduw in het bos.


We komen door Chalus, een kruispunt van historische wegen. Noord-Zuid, van Spanje naar Limoges, en Oost-West, van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan. In 1199 is hier Richard I, Koning van Engeland (Richard Lionhearted) door een boogschutter gedood bij zijn belegering van het strategisch gelegen kasteel. Het Zuid-Westen van Frankrijk was toen onderdeel van het Engelse koninkrijk. Het kasteel is er nog, althans de ruïne, de toren is gerestaureerd. De naam, Richard Coeur de Lion, kom je er overal tegen.

Uit wikipedia: Bij terugkomst in Engeland wist Richard zijn broer Jan zonder Land te onderwerpen. Tot 1198 voerde hij vervolgens oorlog tegen het Frankrijk van zijn voormalige bondgenoot Filips II die probeerde enkele gebieden op het vasteland in te nemen. Tijdens het beleg van het kasteel Châlus in Limousin werd Richard in zijn schouder dodelijk getroffen door een pijl. Richard Leeuwenhart overleed op 6 april 1199 en werd opgevolgd door zijn broer Jan zonder Land. Richard’s hersenen werden begraven in de Abdij van Charroux in Poitou, zijn hart in de kathedraal van Rouen en de rest van zijn lichaam werd bijgezet in de Abdij van Fontevraud in Anjou.

Volgens de tekst bij het kasteel liggen zijn ingewanden begraven in de kapel van het kasteel, gekke jongens die Fransen. Om 3 uur zijn we bij de auto.


 

Dag 5 Van kruising met D98 naar Thiviers (15 km)

Na een vrije dag, met 30 graden, vertrekken vanaf de camping met de auto naar Thiviers. We fietsen naar het eindstation van de vorige dag (12 km). Bij ons vertrek passeert een mede-caminoganger maar die heeft zich kennelijk voorgenomen om geen contact te leggen, want alleen op ons uitdrukkelijke “bonne route” komt er een gemompeld “vous-aussi”. Halverwege de route halen we hem in als hij “in retraite” met zijn handen hooggeheven naar een boom staat.

Het is warm, maar de ijssalon in Thiviers heeft lekker ijs. We halen een stempel bij de VVV.


 

Dag 6 Van Thiviers naar Sorges (19 km)

Ook deze dag is er afwisseling tussen zon en wolken, maar het is wel ca. 25 graden. De fietsroute vanuit Sorges (tegenover Auberge de la Truffe) is 14 km.  Het is weer een mooie route, deels door heuvelachtig boerenland, en deels door de bossen.

De volgende dag verkassen we naar Saint Astier en zijn voor 12 uur op de camping, zodat de receptie nog net open is. Ook hier is de camping bijna leeg, maar wel weer met een zwembad.

 


Dag 7  van Sorges naar Perigueux (23 km)

Deze etappe stond al te boek als de zwaarste van deze serie, en dat klopt ook wel. We vertrekken vanaf de camping om 8:15 en zijn terug om 19:00 uur, met 23 km fietsen en 23 km lopen. Het was nog zoeken naar een goede fietsroute (deze is ingepland via Basecamp op de Garmin, zodat je de goede route kiest, en in een grote stad is dat extra lastig). Maar het is dan wel prachtig om bij aankomst  het dorp Sorges te zien liggen tussen de glooiende zonnebloemvelden. Ook de wandeling begint door het mooie glooiende landschap. Later lopen we ook veel door de bossen, en dat is eigenlijk prima met een temperatuur van 28 graden. In Perigueux lopen we door het historische centrum naar de Cathedrale Saint Front, waar we een stempel halen. Pelgrims mogen gratis het klooster bezoeken (normaal EUR 1,50 !) maar we zijn te moe en bedanken voorzichtig. Het orgel speelt in de kathedraal, maar we gaan gauw op zoek naar onze auto, want de fietsen moeten nog worden opgehaald in Sorges. We zijn al-met-al nog wel 1,5 uur bezig voordat we op de camping zijn.

 

Dag 8 van Perigueux naar Saint Astier (24 km)

Na een vrije dag, waarop het opnieuw 32 graden wordt, gaan we met de trein naar Perigueux. Na een kopje koffie op een terras in het oude centrum, zoeken we de route op. We lopen langzaam de stad uit. De route is tamelijk stijgend en dalend, maar niet bijzonder mooi.  Een mooi stukje is bij de Abbaye de Chancellade. We lopen de abdij nog even in, en deze is prachtig, met 2 oude fresco's. Een mevrouw is het koperen doopvont aan het oppoetsen, en vertelt over de de Engelse overheersing over Aquitaine in de middeleeuwen.



We lopen grotendeels in de schaduw. Circa 10 kilometer voor Saint Astier komen we in het dal van de Isle. De brede slingerbewegingen van de rivier zijn afgesneden met kanalen, die nu niet meer gebruikt worden. Het dal is heel erg breed zodat de wandeling vanaf dat moment erg vlak is. Je waant je tussen de maisvelden in Nederland. Er is een aangelegde fietsroute, zodat we flink kunnen doorstappen, maar met de extra kilometers in Perigueux is het dagtotaal toch nog 27 km. Om 5 uur lopen we langs de camping, maar we halen eerst nog een ijsje in het dorp.

 




Dag 9 Van Saint Astier naar Puy de Pont (bij Neuvic – 12 km).

Voor deze laatste dag hebben we onszelf maar een korte etappe toebedeeld. We zetten de auto op het eindpunt en fietsen terug naar de camping (13 km – deels over de Voie Verte). Ook deze dag wordt het 30 graden, en is het landschap meer open. Dat geeft dus mooie vergezichten. Afgezien van de zwermen vliegen die ons belagen, is het een mooie wandeling.

Met covid-19 is het toch wel een bijzondere versie van onze tocht door Frankrijk. De overnachtingen onderweg hebben we wel gemist dit jaar. Maar eens kijken hoe het met de bestrijding van het virus gesteld is als we de volgende etappes gaan doen.